Bij gebrek aan nieuws op het thuisfront, trokken we nog eens de wereld in en belandden in het Cuba van Fidel Castro. De ouderen onder ons nog welbekend.
Op 20 mei 1902 werd Cuba een onafhankelijke republiek, maar de Verenigde Staten konden nauwelijks verbergen dat ze Cuba als een nieuw verworven kolonie beschouwden.
Na vijftig jaar “onafhankelijkheid” waren de Cubaanse productiemiddelen en landbouwgronden grotendeels in handen van Amerikaanse personen en bedrijven. Het toerisme was succesvol, maar teerde ook op gokken en prostitutie. De Grote Depressie stortte Cuba in crisis en chaos.
Een aantal zwakke en veelal corrupte presidenten hadden elkaar opgevolgd. Gerardo Machado regeerde als dictator van 1925 tot 1933 en oefende een waar schrikbewind uit.
Op 4 september 1933, na een algemene staking, moest Machado de macht uit handen geven en trad legersergeant Fulgencio Batista voor de eerste keer op het voorplan.
Die stelde zich in maart 1952 weer kandidaat voor de verkiezingen, maar toen bleek dat hij geen kans maakte, ondernam hij een tweede staatsgreep. Die bracht hem op 10 maart opnieuw aan de macht.
Eduardo Chibás, leider van de Orthodoxe Partij, die de verkiezingen had kunnen winnen, pleegde tijdens een toespraak op de radio, zelfmoord. Op diens begrafenis sprak een jonge advocaat, Fidel Castro, een rede uit.
Na Batista’s tweede coup vormde zich in Havana een revolutionaire groep rond Fidel Castro en zijn broer Raul Castro.
1953 – Op 2 december 1956 landde Castro met 81 kompanen op Playa Las Coloradas, een kustplaatsje in de zuidelijke provincie Oriente. Fidel Castro viel de Moncadakazerne aan, en loste daarmee het startschot voor de Cubaanse Revolutie.
Pas op 17 januari 1957 scoorden de guerrilla’s van Castro voor de eerste keer een overwinning op een kleine legerpost aan de zuidkust van Cuba.
Op 13 maart 1957 pleegde in Havana een groep studenten een mislukte aanslag op Batista in het presidentiële paleis. 32 van de 35 aanvallers overleefden de aanslag niet. Iedereen die iets met het incident te maken had, inbegrepen studentenleider Echevarria, werd omgebracht. De M-26-7 beweging won alleen meer aanhang.
Op 28 mei 1957 veroverden de revolutionairen een legerpost nabij Santiago de Cuba, en bemachtigden belangrijke voorraden wapens en munitie.
De opgang van de M-26-7 was niet meer te stoppen en tegen het einde van 1957 had Castro een vaste commandopost geïnstalleerd, onbereikbaar hoog in de Sierra Maestra.
Van daaruit startte in februari 1958 de uitzendingen van Radio Rebelde. Raul Castro zette een tweede commandopost op in de Sierra de Cristal.
In mei 1958 stuurde Batista een troepenmacht van 10.000 soldaten de bergen in om de Castristen , volgelingen van Castro, uit te schakelen. Helemaal onverwacht was zijn leger tegen de zomer al verslagen en werd het grootste deel van de uitrusting buitgemaakt. Dit betekende een definitieve omslag in de strijd.
Op 28 december 1958 overmeesterden Che Guevara’s troepen een gepantserde trein en op 30 december won Camilo Cienfuegos een beslissend gevecht in Yaguajay. Op 30 december gaf Batista zich gewonnen , ondertekende de capitulatie in Santa Clara en vluchtte in de nieuwjaarsnacht van 1 januari 1959 .
Guevara en Cienfuegos trokken op 2 januari Havana binnen, op 8 januari gevolgd door Castro die meteen aan de macht kwam.
De Invasie in de Varkensbaai op Cuba is de mislukte invasie door rechtse Cubaanse ballingen in april 1961, gesteund door de Amerikaanse CIA.
De invasie had tot doel het linkse bewind van Fidel Castro omver te werpen. De aanval werd afgeslagen waarna Castro en zijn bewind zich sterker gingen richten op de Sovjet-Unie en het communisme , gezworen vijanden van de Amerikanen.
Op 3 januari 1961 verbrak Dwight D. Eisenhower de banden met Cuba. Vlak daarna werd hij opgevolgd door de democraat John F. Kennedy, die in de presidentiële verkiezingen van november 1960 de Republikeinse vicepresident Richard Nixon erg gering had verslagen.
Op 17 april 1961 vond de invasie in de Varkensbaai en op Playa Girón plaats; volgens het oorspronkelijke plan zouden twee dagen tevoren de militaire vliegvelden van Cuba worden gebombardeerd door de VS, maar dit onderdeel werd op last van Kennedy geschrapt. De druk van de communisten werd te zwaar met een mogelijk atoomoorlog in het verschiet.
Hiermee werden de kansen op een overwinning voor de Cubaanse ballingen drastisch verkleind. Ook Kennedy’s weigering Amerikaanse troepen in te zetten als de invasie zou mislukken, droeg daar toe bij.
Toen de kleine luchtmacht van Castro de landingspoging al bijna had afgeslagen, werd Kennedy gebeld door generaal Charles Cabell. De dreigende mislukking van de invasie zou binnen enkele minuten worden gekeerd. Kennedy hoefde alleen maar zijn toestemming te verlenen. De president weigerde.
De strijd in de Varkensbaai werd na drie dagen definitief beslist in het voordeel van de Cubaanse regering. De ballingen leden een zware nederlaag.
Van het 1300 man sterke invasieleger werden er 90 gedood en 1189 gevangengenomen. Na 20 maanden werden zij vrijgelaten, nadat de VS 53 miljoen dollar aan Cuba hadden betaald voor voedsel en medicijnen.
Ik weet het … wellicht te zware kost , maar meer kon ik niet opsnorren in Wikipedia voor vandaag 26 juli.