19 mei 1 425 staat hij geregistreerd als hofschilder en kamerdienaar van hertog Filips de Goede. Uit de archieven weten we dat Jan bijzonder in de gunst van de Bourgondische vorst heeft gestaan. Hieruit blijkt ook de bijzonder geprivilegieerde status die Jan van Eyck genoot en die voor een kunstenaar in die tijd zeer ongewoon was.
* Welke werken Jan van Eyck in deze periode schiep is niet geheel duidelijk. Geen enkel werk uit deze periode is in het origineel overgeleverd.
* Uit de archieven blijkt ook dat aan Jan van Eyck grote sommen werden betaald voor het maken van reizen waarbij meestal niet duidelijk wordt gepreciseerd waartoe die reizen dienden en waarheen ze hebben geleid.
* Wellicht ging het om diplomatieke missies, waarbij Jan onderweg tekeningen en aantekeningen moest maken voor toekomstige militaire campagnes van de hertog.
* Men mag immers niet vergeten dat Europa op dat ogenblik nog niet in kaart was gebracht. Kennis over de ligging van wegen, rivieren, passen, bergketens, bronnen, steden en fortificaties waren erg waardevol voor het plannen van militaire operaties.
* Jans meetkundige en cartografische kennis blijkt ook uit de verloren “Mappemonde” (wereldkaart) die hij nog voor de hertog zou maken.
* Verder is het aannemelijk dat Jan tijdens deze tochten ook Italië bezocht. Hier kon hij wellicht in contact komen met de nieuwste ontwikkelingen in de schilderkunst van het Quattrocento, die ook zijn eigen werk duidelijk hebben beïnvloed.
** Vanaf 1 431 vestigde Van Eyck zich definitief in Brugge. In 1 432 kocht hij een voornaam huis in de Nieuwstraat, parochie Sint-Gillis. In datzelfde jaar ontving hij er de Brugse raadslieden in zijn atelier. De huur bedroeg dertig schelling en werd ook na zijn dood verder betaald door zijn weduwe Margaretha (tot 1 444).
** Op 6 mei 1 432 keken Filips de Goede en zijn Bourgondisch gezelschap als eersten naar het Lam Gods. Zo’n flagrant realisme hadden ze wellicht nog nooit aanschouwd.
* Van Eyck schilderde ook in opdracht van Italiaanse kooplieden, van leden uit de hogere clerus en van edellieden. Voor het stadsbestuur beschilderde hij de beelden die op de gevel van het stadhuis werden geplaatst. Schilders uit die tijd moesten overal hun mannetje kunnen staan.
* Het vertrouwen dat hij genoot had ook een keerzijde. Toen er strijd ontstond tussen Filips de Goede en de Brugse gemeentenaren en dit ontaardde in een heuse opstand in 1 436-1 438, werd de grond te heet onder de voeten van de hofschilder.
* Zoals vele anderen die hun steun aan de hertog verleenden, sloeg Van Eyck op de vlucht. Pas tegen het einde van 1 438, toen de vrede weer intrad, keerde hij naar Brugge terug.
* De vergoeding voor de begrafenis en het luiden van de klokken werd ingeschreven op 23 juni 1 441 zodat we met zekerheid kunnen zeggen dat Jan van Eyck zijn penseel definitief neerlegde ergens bij aanvang van de zomer.
Hij moet ongeveer 50 lentes hebben geteld, weet Bart Van Loo, auteur van ‘De Bourgondiërs’.
* Op 9 juli 1 441 stierf Jan van Eyck , weet een andere bron. En preciseert verder … In het voorjaar van … 1 442 zet zijn (?) broer Lambert het stoffelijk overschot van broer Jan bij in de vandaag verdwenen Sint-Donaaskerk in Brugge.
* Jans dochter Livina trad in 1 449 of 1 450 in het Sint-Agnesklooster in Maaseik. Rond die tijd verkocht zijn vrouw Margareta van Eyck het huis in Brugge en hield het schildersatelier op te bestaan.
* Jan Van Eyck werd begraven op het kerkhof van de Sint-Donaaskerk. Op de grafplaat stond: Hier licht Mr. Joannes de Eijcke den alderconstichsten meester van schilderije die in dese Nederlanden gheweest heeft. Hubert, zijn oudere broer, overleed reeds in 1 426.
* Toch worden beide Maaslandse broers in één adem genoemd wanneer het gaat over het schilderen van het Lam Gods. Wellicht heeft Hubert alleen het ontwerp van het imposante werk helpen op poten zetten. Jan en een sliert erg bekwame schilders werkten het helemaal af.
** De roem van Jan reikte toen reeds tot in Italië. Voor de humanist Bartolomeo Fazio was Van Eyck gewoonweg de grootste schilder van zijn tijd. Voor mij ook…