Vuren gaat naar de mis Of ook: 2 boerenkrijghelden. Vuren 224
Toen ik een paar dagen geleden het parochieblad open plooide en naar de misintenties keek viel zijn naam dadelijk op !
Voor volgende zondag 18 juni stond er bij de kolom voor de parochie Veerle EEN intentie maar dan nog wel een “gesticht” jaargetijde!
Soms is dat wel voor iemand die ons reeds heel lang geleden verlaten heeft , soms wel iemand van wie wij , stervelingen , geen flauw benul meer hebben dat hij of zij ooit heeft bestaan ?
Maar voor deze overledene wist ik het nog wel .Alhoewel hij reeds van 1850 is overleden zal ik zijn naam altijd onthouden . Het is Jan Baptist Caeymaex. 92 was hij toen hij in zijn huis in Veerledorp overleed . Zijn grafsteen bestaat nog steeds en die van zijn echtgenote ook. Bij de heropbouw van de kerk na de brand van 1910 is hun grafsteen mee een meter of tien naar het oosten verhuisd zodat zij op hun plaats konden blijven liggen buiten maar pal achter het hoogaltaar.
Op de grafsteen van Jan Baptist staat helemaal niets , maar op die van zijn vrouw staat des te meer: namelijk alles wat haar man heel zijn lange leven heeft gedaan en dat is heel wat .
J.B. Caeymaex had een de Leuvense universiteit filosofie gestudeerd en Artes . Net als zijn vader die secretaris was en drossaard in Tielen en Lichtaart werd hij ambtenaar . Hij begon als secretaris van Morkhoven , Berlaar en Gestel , hij werd drossaard in Lichtaart en notaris in Berlaar . Hij rijgde ambten aan elkaar, te veel om op te noemen . Ga ze eens rustig lezen op de grafsteen van zijn vrouw. De inval van de Fransen en de afschaffing van al die ambten uit het Ancien Regime maakte het hem wel wat moeilijker , maar ook hij paste zich aan en werd van 1800 tot 1806 maire van Berlaar . In 1821 was hij notaris in Lichtaart . In 1828 ging hij met pensioen en werd rentenier in Veerle . Dit is een heel korte samenvatting van zijn levensloop.
In Veerle werd hij kerkmeester en tot de nalatenschap van de Zerezo in 1938 was hij veruit de grootste weldoener van onze parochiekerk !
In de jaren net voor en in 1798 was Jan Baptist wel soms enkele dagen zoek ,vaak op momenten dat er in een of andere veldslag geschermutseld werd tegen de Franse bezetter. Vaak werd Jan Baptist in die buurt opgemerkt . In de buurt van Berlaar wordt hij beschouwd als een van de leiders van de boerenkrijg . Met zekerheid heeft hij als leider van en met zijn Berlaarse vrijwilligers deelgenomen aan de schermutselingen in Lier en aan de slag van Herentals (23 tot 28 oktober 1798 )
Op 24 november wordt hij over al die verdwijningen ondervraagd door de Franse commissaris Oger van het Twee-Netendepartement . De brief waarmee Caeymaex zich verdedigde heb ik ooit zelf nog in het provincie-archief gevonden . In het meest perfecte Frans “ praat “ hij zich eruit .Hij prijst het nieuwe regime , zegt dat hij wel een paar keer weg is geweest maar dat dat was om zijn zieke schoonbroer te gaan bezoeken en ook nog eens zijn zus , wijst op zijn verdienste voor de republiek ….Ik ga die mooie brief wel eens ooit vertalen . Het is een pareltje van Franse literatuur in Vlaanderen.
Zich op deze manier verdedigen is niet de enige keer dat dat tegenover een bezetter gebeurt . En de Fransen beseffen dat Cauymaex ook niet de eerste de beste is….
Hij wordt verder met rust gelaten , maar blijft ook wijselijk thuis van de laatste grote veldslag tegen de Fransen in Hasselt op 6 december 1798.
………………….
Op 6 december 1798 worden de boerenkrijgers in Hasselt verslagen , langs alle kanten worden ze omsingeld en niet alle Hasselaren staan aan hun kant .Eigenlijk worden zij bijna letterlijk in de pan gehakt. Er zijn honderden gesneuvelde boerenkrigers , een dubbel aantal zwaar gewonden . Op 7 december worden er nog eens 120 gevangen krijgers door de Fransen mee naar Brussel genomen om daar voor de krijgsraad te verschijnen .31 komen er voor de krijgsraad en 21 van hen worden er veroordeeld tot de dood met de kogel . De ceremonie gebeurt met groot militair ceremonieel aan de Hallepoort .
Een van hen is een jonge Veerlenaar Hendrik Adriaens . Hij wordt gefusilleerd op 17 februari 1799 “ in broek en hemd “ . Zijn andere kleren heeft hij aan de Brusselse armen geschonken.
Hij is nooit meer op een Veerles kerkhof geraakt , en ik heb nooit nog van hem gehoord. Zo verging het de ene en zo verging het de andere. Beide hadden ze problemen met de Fransen.
Maar in de mis voor Caeymaex zal ik ook een hem denken .Aan Hendrik Adriaens! Gefussilleerd voor “God en Vaderland ” ?
Louis Vuren