The day the music died ( “de dag waarop de muziek stierf”) verwijst naar het vliegtuigongeluk van 3 februari 1959 , waarin het kruim van de Amerikaanse rock-‘n-roll om het leven kwam: Buddy Holly, Richie Valens en ‘The Big Bobber’ Richardson.
* Begin 1959 waren Holly, Valens en Richardson samen met Holly’s band bezig aan een concerttour waarbij ze in drie weken 24 steden in het Midwesten van de Verenigde Staten zouden aandoen. Buddy Holly had het spoedig duidelijk gehad met de tourbus, en charterde een vliegtuig bij Roger Peterson, een lokale piloot.
* Op 3 februari, kort na 1 uur ’s nachts, vertrok het vliegtuig. Vijf minuten later zag de eigenaar de lichten richting grond gaan. Herhaaldelijk contact maken met het vliegtuig lukte niet. Rond 3u30 werd het toestel als vermist opgegeven.
Rond 9.15 uur in de ochtend werd het wrak van het vliegtuig gevonden in een maïsveld , 8 kilometer van de startplaats.
* De lichamen van de inzittenden werden tijdens de crash uit het vliegtuig geslingerd, en lagen rondom het wrak verspreid. Ze werden herkend als die van Holly, Valens en Richardson.
Op de muziekwereld van toen had deze gebeurtenis een mega-grote impact. Amerika was in rouw en met hen de grote R&R-wereld van toen.
* Vandaag de dag is Buddy Holly (and the Crickets) nog steeds een cultfiguur van de rock-‘n-roll. Enkele van zijn bekendste nummers zijn That’ll Be The Day, Oh Boy!, Peggu Sue en Maybe Baby. De schijfjes komen nog regelmatig uit de bak in vele muziekmedia. En Richie Valens ken je misschien minder goed dan zijn nog steeds onovertroffen La Bamba.
- (met dank aan -Vandaag in de geschiedenis-)