Categorie: UIT DE BUURT
Een ‘versken’ van GUY VERELLEN
DRE EN FONS VAN HAELST
DE HEL IN HET INTERNAAT
De brand in het internaat van het Heilig Hartcollege in Heusden-Zolder brak uit op 23 januari 1974 omstreeks 22u30. Er vielen 23 dode en 2 zwaargewonde leerlingen te betreuren, alle 25 tussen 12 en 16 jaar jong. (eerder verschenen bericht)
* De brand ontstond in de buurt van de ingang van de slaapzaal en bemoeilijkte zodoende de vluchtweg van de slaapzaal. De 63 bedden in de slaapzaal werden slechts gescheiden door zeer brandbare dunne houten wanden die de brandverspreiding versnelden.
* Oorzaak was vermoedelijk een stiekem gerookte sigaret in de slaapzaal, op de tweede etage van het oudste gebouw (uit 1932).
* Een veertigtal jongeren van de ene kant van de zaal kon ontsnappen. De enige , andere uitweg was een raam dat uitgaf op een plat dak. Eén jongen was toevallig afwezig wegens ziekte.
* Drie slachtoffers werden gevonden in de gang voor het raam. Eén slachtoffer was door de brandende trap gevallen. Bijna alle andere slachtoffers werden gevonden in hun bed. Wellicht totaal verrast in hun slaap.
* Door het lawaai van de vluchtende leerlingen werden de paters gealarmeerd en werd meteen ook de brandweer van Heusden opgebeld. Die was er om 23 uur en kreeg spoedig ook hulp van de korpsen uit Hasselt en Genk.
* Door de hevige brand en de enorme hitte kon de zaal pas om 1u30 ‘s nachts bereikt worden. Na afloop bleken de brandblussers van de school ongebruikt…
- De school sloot gedurende een volledige week, tot na de begrafenis van de slachtoffers. Na de begrafenis werd het gebeuren niet meer besproken.
- Pas sinds 1999 wordt de brand jaarlijks herdacht door de school. De herdenking startte met het onthullen van een gedenksteen op 23 januari 1999. Ondertussen is de school van naam gewijzigd in Sint Franciscuscollege campus Berkenbos.
- De toezichthoudende geestelijken werden niet schuldig bevonden. De overlevende scholieren zetten wel een actie op om de infrastructuur en de gebrekkige wetgeving aan te klagen.
- De ramp maakte ook in het parlement een grote indruk. Het invoeren van nieuwe wetten betreffende brandveiligheid raakte in een stroomversnelling.
* Waarom vertel ik dit verhaal? Omdat ook ik een vrij lang verleden als ‘intern’ achter de rug heb. Van 1954 tot 1958 in Hoogstraten en van 1958 tot 1962 in Mechelen.
* In het Hoogstraatse Klein Seminarie van toen logeerden een aantal van de jongste leerlingen (7de en 8ste klas) nog in een kleine, oude slaapzaal boven het toneel van de feestzaal. Vol oude, houten chambrettes van zowat 1,5 bij 2,20 m op een houten vloer.
* De oudere leerlingen verbleven in een veiligere nieuwbouw met geplaveide vloer. In Mechelen studeerden en sliepen we in aparte kamertjes in een oud gebouw dat later gesloopt en vervangen werd voor een nieuwe politiekazerne.
* In Hoogstraten mocht vanaf de Latijnse gerookt worden in het Withof, een buitenverblijf van de school dat tweemaal per week bezocht werd. Binnen de muren van het seminarie was roken streng verboden. Toch hing er vaak een sigarettengeurtje in de toiletten.
* In Mechelen mochten de rokers hun sigaretten plus aanstekers op zak houden, maar was het zwaar verboden te roken binnen de muren. Regelmatig kwam een toen nog zwartgerokte toezichthouder een kijkje nemen. (foto’s Wikipedia)
FESTINA LENTE
VUREN geeft commentaar 217
Enkele dagen geleden vergastte Ludo Vervloet ons op mooie beelden vanuit het abdijcomplex Tongerlo . Vooral het mooie prelaatsgebouw viel op .
Het is het gebouw dadelijk rechts wanneer je onder het oude poortgebouw binnenkomt . Dat gebouw is bijna 300 jaar oud. Er werd aan gewerkt van 1725 tot 1728 en … vooral het driehoekige lange timpaan bovenaan (foto’s aanklikken) het bouwwerk valt op .
De abt van toen heeft er ook zijn wapenschild laten op aanbrengen en ook zijn wapenspreuk . En die wijkt erg af van normale abts- en bisschopswapenschilden , net zoals het schild zelf .
Normaal gaan die schilden en spreuken eerder een evangelische of gelovige richting uit , maar deze spreuk geeft een totaal profane boodschap .
“ Festina Lente “ staat erop. Twee woorden die elkaars tegenstellingen zijn : aan de ene kant FESTINA , dat is HAAST U , en daarnaast LENTE , wat LANGZAAM betekent.
Er staat dus : Haast u langzaam !
Diezelfde tegenstelling vinden wij ook terug in het wapenschild zelf : twee kwartieren beelden een vliegend hert af , symbool van snelheid . De twee andere laten ons een schildpad zien , het symbool van de traagheid!
Je vraagt je af waarom die prelaat zoiets deed ? En hoe hij echt heette ?
Hij kwam uit Oirschot , toen ook al Noord-Brabant , en hij werd tot abt van de abdij verkozen in 1724. Het is zijn familienaam die al het bovenstaande verklaart. Zijn volledige naam was Jozef Pieter VanderAchter …….
In zijn humor vond Jozef Pieter dat hoe snel hij ook dingen deed …hij toch altijd Van(der)Achter bleef hangen. Door zijn familienaam kon hij nooit iemand voorbijsteken ….hij bleef steeds van achter….
Daarom vond hij dat hij zich voor niets of niemand moest haasten . Met zich langzaam te haasten bleef hij toch op de rechtmatige plaats die in zijn familienaam zit: van Achter!!
Abten kunnen ook een gevoel voor humor hebben en … die humor vereeuwigen . Van zoiets word ik echt goed gezind!
Louis Vuren
HAABEEK IN HAANVEN
Tussen de kerstdrukte door vonden we nog een stukje in de oude doos dat misschien een beetje voor afwisseling kan zorgen. Het overgrote deel van het verhaal pikten we bij Swa Van Gehuchten in zijn voortreffelijke “Laakdalse Heemtijdingen”. Hopelijk ziet hij dat door de vingers.
* In de jaren 1 700 was de Haabeekhoeve een grote boerendoening met de schuur die er nu nog staat als het laatste stukje Bokrijk in Veerle. In Haanven lagen de beste gronden, woonden de dikste boeren en de schoonste boerendochters.
* Op de hoeve volgden vele pachters elkaar op. Tot omstreeks 1900 de familie Robrechts uit een Brusselse randgemeente hier neerstreek. Hun oude grootmoeder Van Heymbeeck, geboren rond 1830, gaf de familie de definitieve bijnaam ‘Haabeek’.
* De Haabeeksen bouwden het hoge herenhuis op de plaats van de vroegere boerderij. Het werd een half gesloten complex, zoals in Zuid-Brabant gebruikelijk was.
* Wijlen Mil Haabeek, de laatste Haabeek, vertelde graag hoe hij in de oorlog zijn paard moest afgeven en met ossen moest werken: “Een os is een heel sterk dier , maar veel te traag.”
* Mil wist ook waarom de Herseltseweg er pas na 60 jaar plannen kwam. En hoe de Haanvense stammen Onsea, Briers, Clerckx, Van der Borght, De Peuter… overeenkwamen. Zelfs hoe hij de kwajongens uit zijn boomgaard moest verjagen als ze kwamen appels pikken,…
* Drie zussen betrokken het huis naast de oude school in het Dorp, thans Druivenrank. Een andere telg werd dokter in Olen… Ze hadden aanzien, de Haabeken!
* Tegenover het Haabeek-herenhuis kwam het Ooievaarsnest , een kinderparadijs dat door klachten moest sluiten.
* In die periode werd de Robrechtsboerderij opgemaakt en als café geopend: de Haabeekhoeve. De nieuwe trots van Haanven was geboren.
* Chris van Hilset( Hulshout) nam de zaak over. Hij was 25 jaar mecanicien o.a in de Ronde van Frankrijk voor Armstrong en andere wielergoden.
* Chris mikte op een publiek van wielrenners of -toeristen en koos de naam SurPlace, een mooie woordspeling , daar niet van, maar de doorsnee Veerlenaar zag/hoorde liever de oude naam…
* Maar toch slaagde Chris met zijn vrouw Betty in zijn opzet. Veel jonge talentrijke renners uit heel Europa overnachtten bij hen. Was Roglic erbij? Voertaal was Engels met zware Oost-Europese accenten.
* Neusje van de zalm waren de vier retrokoersen die Chris organiseerde met Marc Uytterhoeven als schitterende commentator , in het gezelschap van zijn favoriete coureur wijlen Herman Van Springel.
* Jan Wijnants ‘Jan van Stijn van de buskop’, zoals hij in Veerle gekend is, deed natuurlijk ook mee (midden op de foto-LV). Zo zagen we de man nog eens aan het werk die in de Olympische wegrit van Moskou ’80 een tijdlang aan de leiding reed… en bekeken werd door mogelijk 100 miljoen wielerliefhebbers. (FVG)
* Voor twee jaar reeds is de SurPlace verkocht. De nieuwe eigenaars hebben de naam behouden. Mevrouw is dierenarts, meneer de drijvende kracht achter de brasserie-feestzaal en B&B.
FEEST VAN HET LICHT
Vandaag 13 december – feest van Lucia, de enige heilige die vereerd wordt door de Lutheraanse Zweden, Denen en Noren. De vieringen hebben veel voorchristelijke elementen van het midwinter lichtfeest behouden. Ook in IJsland en Finland doet men dat. (vrije,gratis foto)
* Geboren omstreeks 286 werd Lucia in 304 martelares in Syracuse. Waarschijnlijk tijdens het bewind van christenvervolger keizer Diocletianus. Maar … toen begon het pas voor haar.
* In de katholieke kerk werd Lucia meteen gebombardeerd tot heilige van het licht (lux – licht en lucere – lichten, schijnen). Bedoeling was haar naamdag te laten samenvallen met de winterwende van december.
* De geleerden rond Julius Caesar vergisten zich destijds echter met 10 dagen bij het opstellen van hun juliaanse jaarkalender. In feite komt haar feestdag dus 10 dagen te vroeg. Maar niet getreurd, de feestdag bleef behouden op 13 december.
* Het feest van Sint Lucia wordt in de Skandinaafse Joeltijd (onze kersttijd) gevierd op 13 december . Van in de middeleeuwen werd ze ook vereerd als patrones van oogziekten en opticiens. Men stelt haar vaak voor met twee ogen op de hand of schotel. (op 13 dec 2012 werd bij mij een eerste nieuwe lens ingebracht – meer dan een maand later de tweede en … ze doen het minder, jammer toch).
* In het noorden wordt Lucia ook vereerd als patrones van de huiselijke arbeid. Op de avond voor haar naamdag lieten de meisjes van vroeger het spinnewiel rusten. Deden ze dat niet dan zou het vlas de volgende morgen vuil en verward zijn. Aldus de sage.
* In het heldenepos van de Finnen , de Kalevala, wordt van het meisje op de Pohjahoeve zelfs verteld dat zij een verbond had gesloten met de zon.
Beiden zouden ‘s morgens tegelijk opstaan, maar ‘t vlugge deerntje was altijd de eerste. Als de zon opsteeg, had ze al 6 schapen geschoren, de wol tot garen gesponnen en er een kleed van geweven.
*** Ook bij ons is Sint Lucia erg bekend. De kerken van Begijnendijk, Wespelaar, Rosselaar (Balen- Olmen), Oosterlo, en (eigen foto) kerk Engsbergen zijn haar toegeweid.
Ondank is ‘s werelds loon !
Een kritisch verhaaltje…
* Gezien en gehoord tijdens het journaal van vrijdag 4 november… In een woon- en zorgcentrum in Nieuwerkerken staat een vrij groot aantal kamers leeg. Die kamers zijn volledig ingericht en klaar om bejaarden te herbergen. Reden van die leegstand: te weinig personeel. Trek dus uw plan. Bijgevolg blijven die bejaarden in de kou staan. Soms letterlijk , altijd figuurlijk.
* In andere rusthuizen ongeveer hetzelfde scenario… Mensen hebben in hun jeugd WO II meegemaakt. Daarna hebben ze ons land heropgebouwd. Ze hebben tot hun pensioen hard gewerkt, belastingen en sociale bijdragen betaald. De mannen hebben militaire dienst volbracht.
De maatschappij … “Sorry, we hebben geen personeel om jullie te verzorgen.”
* Vijf minuten later in hetzelfde journaal – ” In Jabbeke wordt een asielcentrum ingericht voor enkele honderden immigranten uit Afghanistan en omliggende. Vaak jonge mannen die via via vernomen hebben dat België het beloofde land is: een huis, een riant bestaansminimum, schoolgeld, enz…. werken geen noodzaak .”
* Om zoveel dank begeven sommigen onder hen zich in de criminaliteit. En voor die kerels is er ineens wel personeel beschikbaar.
* Asielcentra worden opgeknapt en gepoetst. Er is personeel dat voor eten zorgt en personeel om de centra te onderhouden. Medische zorg is geen probleem, ondanks een nijpend tekort aan dokters en verplegend personeel.
* De moraal van het verhaal: In België ben je geen sant in eigen land. – In België krijg je stank voor dank. – In België komt eigen volk … laatst.
* Met dank aan Agnes (Makelstraat-Veerle)
KASTEEL HET PAVILJOEN
Tot vorige week was het nog vrij goed beschut in het tanende groen, maar vandaag liet het kasteeltje op de grens van Eindhout en Groot Vorst zijn contouren weer duidelijk zien. Lang leve de herfst.
Het Paviljoen , want zo heet het kasteeltje, was tot 1960 eigendom van de familie Raedts, die het gebouw in 1900 had gekocht. Op 17 december 1960 verkocht de eigenares, Maria Josefina Theresia Raedts, het goed aan Arthur Vranckx, die er toen al tientallen jaren met zijn gezin had gewoond.
* Op 16 augustus 1968 verkreeg zoon Jozef Vranckx het Paviljoen. Op 23 augustus 1971 verkochten zij het landhuis aan Willy Stynen-Rombouts. |
* Stynen restaureerde het vervallen goed in de mate van het mogelijke. Het Paviljoen heeft een ingewikkelde bouwconstructie met verscheidene tussenverdiepingen, slechts één kamertje herinnert aan de vergane glorie. Het plafond, deuren en wand zijn kunstig bewerkt. |
* Omstreeks 1990 werd het kasteel eigendom van Rik Verrijdt. Buiten is een grote vijver. De Kleine Laak vormt de zuidergrens van het domein. De huidige bewoner is een zakenman…
|
MAISOOGST ANNO 2022
Vanmiddag waren we in Schoot de gelukkige getuigen van moderne landbouw. Binnen de kortste keren slaagden een monster met verraderlijke rode tanden en een tractor met oplegger erin om het laatste deel van een groot maïsveld helemaal te zuiveren. Terwijl de tractor al onderweg was met zijn buit, plooide het monster zijn componenten samen tot een luguber geheel en vertrok ook. Op weg naar een ander veld…Modern? Beslist.
Wat een schril contrast ook met de jaren ’60 van vorige eeuw toen wij , studentjes, in Genappe vakantiegeld gingen verdienen met erwten dorsen voor conservenfirma Marie-Thumas. Met dagen van minstens 10u gaffel in de hand. Voltooid verleden tijd, en maar goed ook.
Maîs was in de jaren ’60 nog niet aan de orde, gewoon omdat de machines ontbraken om te oogsten. Walenwerk was toen nog louter handwerk.