.
Het zou historisch zelfs beter zijn om het niet langer te hebben over de Guldensporenslag. Die veldslag op de Kortrijkse Groeningekouter op 11 juli 1302 leverde de Vlaamse beweging zo’n zes eeuwen later haar feestdag, die nog bijna een eeuw later de officiële Vlaamse feestdag werd.
* Het verhaal gaat dat de Franse ridders toen sporen van goud droegen. Van wie het bloedbad niet overleefde, werden de sporen geroofd, wel 500 paar. Ze kregen een plek als trofee in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Voor het verhaal van die sporen bestaat geen enkel bewijs. (Goud is allicht ook niet geschikt als grondstof voor sporen).
** De kerk bestaat nog en ze kreeg er gisteren zondag een functie bij, als tentoonstellingsruimte over 1302. De vrijdag gearriveerde kist (die het over de slag heeft), in bruikleen van de universiteit van Oxford, is het pronkstuk; ze is verzekerd voor 1 miljoen pond.
** Gisteren zondag 10 juli kwam minister-president Jan Jambon (N-VA) het lint doorknippen, waarna hij de traditionele 11-julitoespraak hield in het Kortrijkse parkje dat het laatste restant is van de Groeningekouter. De politiek is nooit veraf.
Karbonaadjes verkopen
** Van ‘de slag’ bestaan vrijwel geen materiële restanten – en al zeker geen gouden sporen. Rond 1302 hangen tal van mythes en verzinsels, wat het verhaal kwetsbaar maakt voor politiek gebruik en misbruik.
** Over Jan Breydel, die zogezegd de Vlaamse legerleider was met Pieter De Coninck, is nu vrijwel zeker dat die er op 11 juli niet eens bij was. De dag ervoor wel, om er, commerçant die hij was, karbonaadjes te verkopen…
** Over 1302 is maar één ding zeker. Dat de slag tot de verbeelding sprak, kwam doordat louter voetvolk toen het gevreesde Franse ridderleger kon verslaan.
Zoiets was niet eerder gelukt en het zou zich ook niet snel herhalen. Op de zege in 1302 volgde slechts een definitieve nederlaag in 1305. Als militair unicum werd de slag een referentie, die sindsdien door iedereen te eigen bate geherinterpreteerd is.
* De realiteit erachter toont een kluwen van sociaal-economische en politieke conflicten. Tussen de Franse koning en de graaf van Vlaanderen, zijn vazal. Tussen de Vlaamse steden. Tussen de steden en de graaf. Tussen de steden en hun ommeland. Tussen de oude elite van patriciërs, zeker in Brugge, en de ambachten waarmee ze geen macht wilden delen.
Dat kluwen maakte tal van opportunistische allianties mogelijk. En, vooral, met taal, laat staan ‘zelfbestuur’, had dit niets te maken.
* De nieuwe animatiefilm, die vorige vrijdag in première liep, vertelt een vaak dubieus verhaal over een strijd tegen de vreemde Franse overheerser. Over het Vlaamse heir wappert een verdacht moderne leeuwenvlag.
* Veel van die complexiteit wordt met nuance uitgelegd in de vele interactieve tafels in de kerk. Maar de introductie in een zijbeuk, die ‘beleving’ in een spectaculair geprojecteerde animatiefilm, vertelt een ander, vaak zelfs dubieus verhaal…
* Het lijkt in die film alsof een Vlaams en volksleger won tegen de Franse, vreemde overheerser (nog zo’n cliché), alsof er al een Vlaamse staat bestond, waarvan het graafschap de prefiguratie was …
Vlaamse identiteit
** Dat troepen uit Namen aan Vlaamse kant meevochten en Mechelse soldaten de Fransen bijstonden, is weinigen bekend. En Gent, toch ook in het graafschap Vlaanderen, hield zich afzijdig: het had zijn conflict met de Franse koning, dat uiteraard van financiële aard was, al in zijn eentje geregeld.
* Dat nationalistische denken steunt op een vage, moeilijk concreet te maken definitie van identiteit, die wel het voordeel heeft dat ze bekend klinkt. Ze hanteert immers net de romantische taal die ook de mythes van 1302 tot stand bracht.
* Mythes die tot de mensen blijven spreken… Zelfs maken ze van de Guldensporenslag de voorloper van de huidige Vlaamse Gemeenschap…
(Vrij naar Marc Reynebeau in De Standaard vanuit de O.L.V.-kerk 9 juli 2022)
* voor wie de heroïsche strijd van Vlamingen tegen Fransen toch nog eens wil meemaken, verwijzen we graag naar Historiek (prent hierboven) …Vergeet ook zeker niet Vuren hierboven te lezen.