darwin en de evolutietheorie
Samen met de erfelijkheidsleer van Gregor Mendel vormt de evolutietheorie van Charles Darwin de basis voor alle biologische kennis en zorgde ze voor een revolutie binnen de wetenschap.
* De evolutietheorie geeft een verklaring voor de ontwikkeling van het leven en de verscheidenheid ervan aan soorten op aarde.
* Darwin was een gelovig man. Hij wou zelfs priester worden. Darwin groeide op in een tijd waarin religie en wetenschap nog streng verenigd waren.
* Na zijn ontdekkingen ging hij evenwel twijfelen aan veel ideeën uit de Bijbel. Darwin besloot zijn overdenkingen met de vaststelling dat er geen God was, maar begreep tegelijkertijd dat dit niet wetenschappelijk onderbouwd kon worden.
* Darwin studeerde in Cambridge en deed in januari 1831 examen. Hij muntte uit in wiskunde, natuurkunde en theologie. Geoloog Adam Sedgwick nam hem mee als assistent naar Wales om gesteentelagen in kaart te brengen. Terug in Cambridge vond hij een uitnodiging om met Robert FitzRoy een reis met HMS Beagle te maken.
** De Beagle verliet op 27 december 1831 de Engelse haven Devonport. Op naar de Atlantische Oceaan en Kaapverdië en meteen verder naar Zuid-Amerika. De reis zou uiteindelijk vijf jaar duren. Onderweg verzamelde hij fossielen, mineralen, planten en dieren. Op 2 oktober 1836 was de Beagle weer thuis.
* Na deze reis zou Darwin zijn vaderland nooit meer verlaten. Zijn bureau werd zijn werkplaats. Een ritje te paard en een dagelijkse wandeling bepaalden voortaan zijn uithuizigheid. Deze ommekeer was mede te wijten aan een raadselachtige ziekte, die hem vele jaren plaagde. De symptomen ervan waren duizeligheid, ademnood, hartkloppingen, angstaanvallen, uitslag en een opgeblazen gevoel.
* Na de Beaglereis werd Darwin al snel opgenomen in de wetenschappelijke kringen van Cambridge. Zijn collecties van onderweg werden bestudeerd door de beste Britse wetenschappers en hij werd regelmatig uitgenodigd om over zijn ontdekkingen te vertellen.
* Net als enkele voorgangers wist hij met zekerheid dat zowel dieren als mensen door de tijd langzaam veranderd waren. Het scheppingsverhaal uit de Bijbel bleek niet langer de absolute waarheid te zijn.
* De belangstelling voor natuurwetenschap leidde in de achttiende eeuw tot veel nieuwe kennis die … niet te rijmen viel met de visie van een God die exact zesduizend jaar eerder alles schiep wat er op aarde rondliep.
** In 1839 verscheen het ‘Journal of resources into the geology and natural history of the various countries visited by H.M.S. Beagle’. Zijn eerste, en erg belangrijke werk. Het verslag van zijn reis (1831-1836) aan boord van de Beagle verklapte de bevindingen die uiteindelijk tot de evolutietheorie zouden leiden.
** Met ‘The voyage of the Beagle’ werd Charles Darwin ook buiten de wetenschappelijke wereld bekend. De negentiende eeuw was immers de eeuw van de grote ontdekkingsreizen waarbij veel gewone mensen belangstelling toonden voor de verslagen van de ontdekkingsreizigers.
* Charles Darwin mocht in 1839 toetreden tot de Royal Society, de meest prestigieuze wetenschapsacademie in Engeland.
°° Charles Darwin trad in het huwelijk met Emma Wedgwood, zijn nicht (?). Het echtpaar betrok in 1842 een groot huis op het platteland in Downe, een dorpje in Kent ten zuiden van Londen. Charles en Emma kregen tien kinderen van wie een aantal jong stierf.
* Darwin werkte twintig jaar aan het boek dat een revolutie in de biologie zou ontketenen. Op de Galapagoseilanden kwam hij tot het inzicht dat dieren door evolutie kunnen veranderen als ze zich aanpassen aan nieuwe leefomstandigheden. Pas na jarenlang studeren kwam hij tot een theorie die vrijwel alles verklaarde over hoe dieren en planten ontstonden en zich ontwikkelden.
* Maar … Charles Darwin zou zijn evolutietheorie niet zelf hebben bedacht, maar ontleend hebben aan de Britse bioloog en socialistische idealist Alfred Wallace, gaat het verhaal verder.
* Terwijl Darwin werkte aan zijn theorie, schreef Wallace het essay ‘On the tendency of varieties to depart indefinitely from the original type’. Wallace stuurde een exemplaar van zijn studie naar Charles Darwin, die tot een soortgelijke ontdekking was gekomen. Beide mannen publiceerden hun bevindingen en maakten hiermee de evolutietheorie kenbaar aan de wereld.
* Het beroemde boek van Darwin ‘On the origin of species …’, verscheen in 1859.
* “De natuur maakt geen koprollen,” schreef Charles Darwin in ‘On the origin of species’. Hij bewees dat de natuur met kleine stappen en zeer langzaam voortschreed. In tegenstelling tot bioloog Thomas Henry Huxley, een vriend en aanhanger van Darwin. Die was ervan overtuigd dat de evolutie schoksgewijs en met grote stappen vooruitging.
* Later bleek dat beide wetenschappers gelijk hadden. Soms gaat de ontwikkeling inderdaad erg traag en soms razendsnel, terwijl kleine genetische veranderingen enorme veranderingen in de anatomie van dieren kunnen veroorzaken.
** Op latere leeftijd, en in de war gebracht door foutieve informatie van natuurkundige kopstukken , begon Darwin aan zijn theorie te knoeien. “Tenslotte huldigde hij ideeën die vrijwel 180 graden verschilden van wat we gewoonlijk darwinisme noemen”, schreef Dick Hillenius.
* Hillenius was conservator reptielen en amfibieën aan het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam. Hillenius schreef veel over de evolutietheorie van Darwin. Ook dit: “Geen bioloog zal tegenwoordig meer over die dwalingen spreken, maar Darwin zelf had aan het einde van zijn leven misschien wel een overheersend gevoel van mislukt te zijn, als hij al niet werd opgevreten door schuldgevoel ten opzichte van Wallace.”
* Charles Darwin overleed op 19 april 1882 in zijn huis in Downe. Hij wilde een rustplaats naast zijn geliefde Emma in Downe, maar hij kreeg een staatsbegrafenis.
** Zijn stoffelijk overschot werd naar Londen gebracht, waar het in de Westminster Abbey naast de natuurkundige Isaac Newton ligt. Zijn huis in Down House Kent werd een museum, helemaal gewijd aan Darwin en zijn wetenschappelijke werk.