Op de ongemakkelijke banken van de lagere school leerden we destijds dat de herfst op 21 september begint. Net als ook de andere seizoenen op een 21 beginnen. Fout natuurlijk, wel gemakkelijk om te onthouden.
* De voorbije jaren startte de astro-herfst op 22 of 23 september. In de Gregoriaanse kalender is de astro-herfst nog nooit begonnen op 21 september.
* De herfst begint officieel pas op het moment dat de zon loodrecht op de evenaar staat. Op dat moment duren dag en nacht even lang. Maar de aardas staat niet recht, ze wijst naar de Poolster. Dat wil zeggen dat de aarde schuin staat in relatie tot de zon in een hoek van ongeveer 23 graden. Precies omwille van die schuine stand zijn dagen en nachten niet even lang.
* Die schuine stand kwam er omdat de aarde heel erg lang geleden in botsing kwam met een ander hemellichaam en uit koers werd geslagen. Die botsing zou trouwens ook het bestaan van de maan kunnen verklaren als stuk van de aarde. Geologische ontdekkingen op aarde en maan wijzen in die richting. Ze lijken helemaal identiek.
*** Weerkundigen hebben het over 1 september als de start van de meteorologische herfst en 30 november als einddag. Handig om te rekenen en statistieken te maken. Een ‘gemakkelijkheidsoplossing’ als het ware.
* Dat is trouwens al sinds 1780 zo, toen de Societas Meteorologica Palatina een internationale afspraak maakte om steeds drie opeenvolgende kalendermaanden als één seizoen te beschouwen. Niet omdat er één of andere wetenschappelijke verklaring voor is. Het rekent gewoon gemakkelijker.
* De meteorologische seizoenen zijn vastgelegd op basis van een internationale overeenkomst. Deze seizoenen beginnen op volgende vaste data: 1 maart – lente / 1 juni – zomer / 1 september – herfst / 1 december – winter
* Steeds worden drie opeenvolgende kalendermaanden als één seizoen beschouwd. Ze beginnen steeds op de eerste dag van de eerste maand en eindigen op de laatste dag van de derde maand.
* De astronomische seizoenen hebben daarentegen geen vaste data omdat ze afhankelijk zijn van de stand van de zon. Deze seizoensindeling is gebaseerd op de positie van de aarde ten opzichte van de zon. De seizoensverschillen ontstaan door de schuine stand van de as waar de aarde om draait.
** In de herfst valt de natuur a.h.w. stil. Van de lange dagen vol licht en groei glijden we langzaam maar zeker af naar de periode van echt korte dagen en een schijnbaar dode natuur. Bij gebrek aan licht houden de planten het ook een tijdje voor bekeken. Het wachten is nu op zowat half januari eer we weer iets merken van alweer een nieuwe lente en een nieuw geluid.